Verantwoord innoveren is de sleutel

dinsdag 6 december 2022

Marith Dieker, onderzoekster Mobiliteitstechnologie en Maatschappij in het lectoraat Automotive Research bij de HAN University Applied Sciences in Arnhem kijkt met een sociaal-maatschappelijk oog naar technologische vernieuwingen. “Andere perspectieven betrekken bij innovaties verbreedt het onderzoek en daarmee ook de validiteit van de resultaten.” 

In het karakteristieke, geelblauwe pand pal aan de Arnhemse spoorlijn werken vele jongeren aan een toekomst in de autotechniek of engineering. Ze zitten sleutelend in een van de labs, diep voorovergebogen turend naar een beeldscherm of enigszins onderuitgezakt in een wiskundeles. “Sommige studenten die hier starten met de opleiding, hebben de ultieme droom om later aan de slag te gaan bij Tesla of de Formule 1”, vertelt Dieker, terwijl we de zes trappen op lopen richting haar werkplek. “Ronkende motoren willen ze. Toch zie je ook steeds meer studenten binnenkomen die juist willen kijken naar een breder perspectief; een toekomst met slimme en schone mobiliteit.”  

Marith Dieker

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zelf had Dieker als tiener al een grote fascinatie voor hoe technologische innovaties tot stand komen en wat voor invloed die hebben op de mens en maatschappij. “Ik koos dan ook voor een studie Techniek en Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit Maastricht, waar de grootste vakgroep op dat gebied huist. Na mijn afstuderen werd ik benaderd door een professor met de vraag of ik wilde meewerken aan een nieuw onderzoeksplan dat bij goedkeuring zou worden gefinancierd vanuit de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). “Die financiering lukte en ik startte een promotieonderzoek van vier jaar, weer in Maastricht, over de totstandkoming van radioverkeersberichten. Hoe komen deze berichten technisch tot stand en hoe klonken ze door de jaren heen? Welke stakeholders zijn daarbij betrokken? Wat voor invloed hebben deze alledaagse radioberichten op de automobilist?”   

Het sociaal-maatschappelijke oog 

Na dit project kwam Dieker in contact met lector Frans Tillema, die haar na twee keer koffie drinken een baan aanbood bij HAN. “Mijn kijk op technologische vernieuwingen is net even anders dan die van de ingenieurs die hier werken. Ik kijk met een meer sociaal-maatschappelijk oog naar innovatie. Waar willen we naartoe met deze nieuwe ontwikkeling, wat voegt het toe? Ons motto luidt: niet alles wat kan, moet. Dat wringt wel eens met de wens van sommigen in het technische domein, die met name goed zijn in probleemoplossend denken en daarmee bijvoorbeeld de ethische kant van een ontwikkeling over het hoofd zien. Andere perspectieven betrekken verbreedt het onderzoek en daarmee ook de validiteit van de resultaten.” 

Dieker neemt als voorbeeld het autonoom rijden. Je moet nu als bestuurder zeker altijd alert blijven, want je kunt niet blind vertrouwen op de ‘autonome’ systemen die nu in steeds meer auto’s zijn ingebouwd. Er zijn aanpassingen nodig in de infrastructuur om deze systemen optimaal te laten functioneren. Welke wegen zijn geschikt? Als dat minimaal blijft, moeten we dit dan wel willen, is opschaling financieel haalbaar, en wat levert het uiteindelijk op? Dieker: “Ik ben overigens niet per se sceptisch over autonoom rijden, het hele concept zit nu echter nog vol mitsen en maren. Wanneer grijpt de technologie precies in en wanneer zou je als mens het heft weer in eigen hand moeten nemen bijvoorbeeld? De cameralens heeft beperkt zicht en is niet te vergelijken met wat je kunt zien en verwerken als je zelf achter het stuur zit. Op een gecontroleerd traject zie ik voor de lange termijn zeker mogelijkheden voor autonome voertuigen, maar rustig de krant lezen achter het stuur op een weggetje achteraf? Ik zie het nog lang niet gebeuren.”  

De verkeersveiligheid komt daarvoor nu nog te veel in het geding. Samen met collega’s in het cluster Intelligente Mobiliteit pleit Dieker daarom voor meer aandacht in de rijlessen voor de vergaande digitalisering van de auto. “Het is een rijdende computer geworden met al die sensoren, software en functies op je dashboard. Je moet leerling-bestuurders laten snappen wat de systemen kunnen en hoe ze werken. Neem het adaptive cruise control systeem. Je levert je grotendeels over aan het reactievermogen van de auto, en hoe die reageert voelt niet voor elke bestuurder even comfortabel. Sommigen vinden bijvoorbeeld dat het systeem te vroeg afremt, voor andere gebruikers voelt het te laat aan.” Door de systemen aan te passen aan de gebruiker, en niet andersom, verhoog je mogelijk de verkeersveiligheid, één van de twee uitgangspunten van het HAN-lectoraat Automotive Research. Dit wordt momenteel onderzocht. Duurzame mobiliteit vormt de andere pijler waarop HAN Automotive Research vol inzet.

  HAN, lokaal

Frisse deskundige input 

In het lectoraat betrekken ze graag studenten bij vraagstukken vanuit het bedrijfsleven. Daarmee geven ze extra inhoud aan het onderwijs, bieden oplossingen voor mobiliteitsproblemen en voor opdrachtgevers levert het frisse, deskundige input op. “Op dit moment is een groep bachelor studenten in de minor Advanced Mobility bezig om een nieuw mobiliteitsplan voor de politie te ontwikkelen, en afgelopen semester hebben studenten van de mastermodule Smart Infrastructure samengewerkt met twee adviesbureaus om te helpen bij de toepassing van nieuwe systemen om verkeersstromen te reguleren. Vanuit het lectoraat begeleiden we die studenten.“ 

Materiaal voor nader onderzoek wordt de studenten ook aangereikt. De onlangs onthulde micro-car, de Opel Rocks-e, is heel interessant voor masterstudenten en als afstudeerproject. In het voertuig kan ADAS (Advanced Driver Assistance Systems) worden ingebouwd voor allerlei testen. Daarnaast kan een student bijvoorbeeld onderzoeken in hoeverre mensen bereid zijn hun eigen auto te laten staan en over te stappen op zo’n micro-car als binnenstedelijk personenvervoer.  

Het LEV Kenniscentrum 

Dergelijke onderzoeken op het gebied van micromobiliteit vormen waardevolle input voor het LEV (Light Electric Vehicles) Kenniscentrum, dat vorig jaar werd opgericht. Beschikbare kennis over micromobiliteit, van monowheels tot microcars, binnen de stedelijke omgeving was erg versnipperd en daardoor moeilijk te vinden. Het team deskundigen, waar Dieker ook onderdeel van uitmaakt, denkt als projectpartner mee over complexe vraagstukken uit de praktijk. Hierbij valt te denken aan gemeenten met ambities voor een autovrije binnenstad, ondernemers met innovaties die vooruitlopen op bestaande regelgeving en bedrijven die mobiliteitshubs willen inrichten. Dieker: “De informatiebehoefte naar stadsvriendelijke micromobiliteit en LEV’s groeit. Met het LEV Kenniscentrum hopen wij de gewenste informatie beter toegankelijk te kunnen maken en ook zelf kennis toe te voegen. En hetzelfde willen we bereiken met ons nog jongere ADAS-Kenniscentrum.” 

Innovaties in micromobiliteit volgen elkaar razendsnel op, terwijl juridische wetgeving er achteraan hobbelt. Sinds 2019 werkt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan nieuwe LEV-regelgeving voor wat betreft productveiligheid, de plek op de weg en het gedrag in het verkeer. De verwachting is dat deze begin 2023 van kracht wordt. In Brussel werkt men echter ook aan een herziening van de Europese LEV verordening. Binnen enkele jaren zal deze in Nederland overgenomen moeten worden, waardoor er dus nogmaals aanpassingen in de regelgeving zullen plaatsvinden. Dieker: “Deze veranderingen kunnen de ontwikkeling van nieuwe voertuigen en business-concepten vertragen. De huidige regulering matcht niet met grootstedelijke problematiek.” 

Het LEV Kenniscentrum is niet onopgemerkt gebleven. Een van de kartrekkers van het LEV Kenniscentrum, Pieter Dekker, ontving onlangs de Piet Kruijt Award 2022 voor zijn inspanningen om LEV’s als oplossing voor binnenstedelijk goederen- en personenvervoer te promoten. Dieker: “We willen echter nog meer leren door ook over de grens te kijken en kennis uit concrete pilots te bundelen. Dat gaat echter niet zonder opdrachten en subsidies; we moeten nu eenmaal onze eigen broek ophouden.” Dit jaar hoopt Dieker een SPRONG-subsidie, een regeling specifiek voor onderzoeksgroepen van hogescholen en hun partners, binnen te halen voor een vierjarig traject. Samenwerking met andere hogescholen levert veel op, vervolgt de onderzoekster. “We hebben soms de neiging binnen onze eigen bubbel te opereren, terwijl bij andere onderzoeksgroepen ook interessante projecten lopen. Ik hoop dat met die SPRONG-subsidie een meer gestructureerde en multidisciplinaire aanpak ontstaat, want ideeën zijn er meer dan genoeg.”   

Verantwoorde innovatie 

In het hele curriculum van de technische Hbo-opleidingen zouden de principes van verantwoord innoveren integraler meegenomen moeten worden, vindt Dieker. “Dat is een van mijn hoofddoelen binnen de HAN. Dat zie ik niet binnen een jaar gebeuren, maar vergt een lange adem. Ethiek wordt nu soms wel in lessen opgenomen, maar in het volgende leerjaar weer geschrapt. Voor studenten is professioneel reflecteren echter een basisvak. Toegepaste ontwerpethiek past daar goed in. Door goed na te denken over het bredere plaatje, kunnen we met onze technologische innovaties volgens mij nog veel meer positieve impact behalen.” 

Dit artikel staat in MobiliteitsPlatform #4, 2022. Wilt u het hele magazine online lezen? Klik hier.