Het huidige mobiliteitssysteem piept en kraakt. Openbaar vervoer, doelgroepenvervoer en deelmobiliteit staan onder druk door stijgende kosten, afnemende reizigersaantallen en een steeds beperktere dienstregeling. De gevolgen zijn voelbaar: voorzieningen worden minder bereikbaar.
Om deze trend te keren, is een fundamentele verandering nodig.
Wat is publieke mobiliteit?
In een nieuw position paper pleit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor een frisse kijk op mobiliteit. Onder ‘publieke mobiliteit’ verstaan zij een geïntegreerde benadering van openbaar vervoer, doelgroepenvervoer, deelmobiliteit en flexvervoer. Deze modaliteiten opereren nu vaak naast elkaar, terwijl juist een goede samenwerking tussen deze vervoersvormen kan zorgen voor meer efficiëntie, betere dekking en lagere maatschappelijke kosten.
Door vervoer slimmer te organiseren en aanbod te combineren, kunnen we met gelijkblijvende middelen meer mensen bereiken – en zo de bereikbaarheid van voorzieningen veiligstellen.
Regionale aanpak en heldere rolverdeling
Een succesvolle transitie vraagt om duidelijke keuzes. De VNG pleit voor een verschuiving van verantwoordelijkheden: zo zou de uitvoering van doelgroepenvervoer beter regionaal kunnen worden georganiseerd. Schaalvergroting biedt namelijk kansen voor meer efficiëntie én een sterkere onderhandelingspositie richting vervoerders. Indicaties voor doelgroepenvervoer worden dan nog wel lokaal verleend.
Tegelijkertijd vraagt deze aanpak om een herziening van het bestaande systeem van concessies en bekostiging. Er is een nieuwe rolverdeling nodig tussen gemeenten, regio’s, marktpartijen en het rijk – met het rijk als regisseur van het grotere geheel.
Samen bouwen aan de mobiliteit van morgen
De VNG nodigt alle betrokken partijen – van beleidsmakers tot vervoersaanbieders – uit om samen het gesprek aan te gaan over de toekomst van mobiliteit in Nederland. Want alleen door samenwerking tussen rijk, regio en gemeenten ontstaat een mobiliteitssysteem dat toekomstbestendig en passend is.