Haarlem: hub rond de bus 

donderdag 17 maart 2022

Bereikbare Steden: de regionale potentie van mobiliteit en woningbouw

Wat dragen regionale gemeenten bij aan de nationale binnenstedelijke woningbouwopgave? Per gemeente lijken dat druppels op een gloeiende nationale plaat. Maar wat als je de potentie van meerdere gemeenten bij elkaar optelt, inclusief hun toegevoegde regionale werk- en mobiliteitswinst? Dán kom je zomaar tot een substantiële bijdrage én een interessante propositie voor de gemeenten zelf, het rijk en de provincie. Maaike Stoop, adviseur voor provincie Noord-Holland en de Metropoolregio Amsterdam ontdekte een ‘gat in de markt’. Linda van Soerland, vanuit Sweco gedetacheerd in Haarlem, beschrijft de onvermoede potentie van een nieuwe Haarlemse ‘hotspot’ rond een regionale bus-hub.   

Door Nettie Bakker

Jarenlang waren overheden vooral gericht op onderhoud en minder op nieuwbouw, zegt Maaike Stoop, “Maar juist deze nieuwbouwopgave is bij uitstek iets voor integraal regionaal beleid. Sterker nog, het is de kans om woningbouw op voorhand af te stemmen op mobiliteitsknooppunten en tegelijkertijd te kijken naar duurzaamheid, leefbaarheid en klimaataspecten.” “Zo bouw je geen woningen, maar steden, en dat is echt wat anders,” vult Van Soerland aan.  

Voor zeven MRA-steden en de ‘Noord-Holland-Noord’-steden Alkmaar en Hoorn zijn nu integrale gebiedsplannen volgens eenzelfde methodiek en rekenmethode geschreven (zie verderop onder Project Bereikbare Steden). Door de generieke structuur en opbouw zijn de kosten en baten vergelijkbaar.” 

Kernpunt van de gebiedsplannen is een oplossing bieden voor de woningbouwopgave. Stoop: ”Met deze negen plannen en een tiende plan van Amstelveen in de maak, komen we bij het rijk niet meer aan voor een bijdrage voor de bouw van bijvoorbeeld 6000 woningen in één gemeente, maar voor ruim 80.000 nieuwe woningen in de MRA en Noord-Holland die ook nog eens bijdragen aan de klimaat- en energieopgave.”  
 
Extra winst, zo benadrukken Stoop en Van Soerland, is dat de aandacht voor alternatieve mobiliteit, leefbaarheid en werkgelegenheid in de gebiedsplannen niet alleen de druk op de woningbouw in de hoofdstad ontlasten, maar ook de filedruk op de wegen rond Amsterdam. “Het zijn (concept)maatregelpakketten geworden”, licht Stoop toe, “die ook regionale voordelen bieden, maar voor afzonderlijke gemeenten niet te behappen zijn. Door ze samen te voegen wordt de te boeken winst op verschillende maatschappelijke thema’s een interessante propositie voor verschillende departementen van het rijk en de provincie.”    

Kennis, kunde en capaciteit
Om deze gesprekken te stroomlijnen, voert de MRA ze voor de deelnemende gemeenten. Stoop: “We kijken dan ook hoe we het in de tijd behapbaar kunnen maken. Zo stappen we ongemerkt over van projectfinanciering naar planfinanciering.” Daarbij, de omvang en impact ervan is geen gebakken lucht. ”De plannen samen hebben een vergelijkbare schaalgrootte als de opgaven van een stad als Amsterdam, en we creëren door deze vorm van samenwerking een interessante flexibele schil waarin gemeenten onderling kennis, kunde en capaciteit kunnen uitwisselen.” 

Projectteams
Maar hoe werkt de wisselwerking tussen ruimte en mobiliteit in de gemeentelijke praktijk? Van Soerland: “Het thema leeft in ieder geval enorm. Het ‘Mobilitieitsprogramma van Eisen’ is binnen de MRA al een ‘standaard’ methode geworden om bij gebiedsontwikkeling ook naar mobiliteit te kijken in een vroege fase. In Haarlem vindt de woningbouwopgave met name plaats binnen de ‘ontwikkelzones’ en specifiek rondom de OV-knooppunten, daar zijn de (project)teams ook op ingericht. Het is soms wel wennen om elkaars taal te gaan spreken.  Hoe meer we samenwerken, hoe meer dat went.” 

Aantrekkelijke woonwijk
Als kenmerkende polycentrische bijdrage in Haarlem (zie verderop onder Project Bereikbare Steden) noemt Van Soerland de woningpotentie rond een nieuw busstation Haarlem Nieuw-Zuid, dat de ruggengraat vormt voor een regionale mobiliteitshub en een aantrekkelijke woonwijk. “Dit creëert in Haarlem ruimte voor woningbouw en de mobiliteitstransitie ondanks de historische binnenstad die ruimtelijke beperkingen kent. De bushub faciliteert een interessante relatie Haarlem - Amsterdam Zuid-Oost en maakt het – gebaseerd op het succes van R-net– onder meer aantrekkelijk voor mensen die op de Amsterdamse Zuidas werken om in Haarlem Nieuw-Zuid te gaan wonen.” 

Van Soerland besluit met een vergezicht: “Deze mobiliteitshub zou ook een knooppunt kunnen vormen in een BRT, een snelle buslijn: Haarlem - Amsterdam Zuid - Utrecht. Je kunt je voorstellen hoe zo’n lijn impact kan hebben op de filedruk op het hoofdwegennet. Anderzijds ligt het nieuwe centrum rond de Haarlemse hub op fietsafstand van de Haarlemse binnenstad en het treinstation.”      

Dat brengt Van Soerland op een laatste zorg: “Blijf de maatregelen als totaalpakket zien. Probeer er geen krenten uit te halen, want de fietsinfrastructuur van en naar de bus-hub is bijvoorbeeld net zo belangrijk als de snelle busverbindingen naar Amsterdam.” 


Project Bereikbare Steden 

Doel:  
Binnen de Metropoolregio Amsterdam en de regio Noord Holland Noord dragen middelgrote steden via polycentrische verstedelijking substantieel en versneld bij aan de totale MRA-woningbouwopgave van 175.000 woningen. Het mereldeel van deze woningen komt in de directe omgeving van OV-knooppunten. Tegelijkertijd wordt er werkgelegenheid gestimuleerd, duurzaam en klimaatadaptief gebouwd en in leefbaarheid en inclusiviteit geïnvesteerd. 
 
Polycentrische verstedelijking staat voor: 
Het zo veel mogelijk groeien binnen middelgrote stadsharten. Woningbouw, bereikbaarheid en werkgelegenheid gaan volgens dit principe hand in hand.   

Deelnemende MRA-steden: 
Almere, Haarlem, Hilversum, Hoofddorp, Lelystad, Purmerend, Zaanstad en sinds kort Amstelveen. Buiten de MRA doen ook Hoorn en Alkmaar mee. 
 

Meer informatie  

 

 

Haarlem Mobiliteitsplatform

‘Artist impression’ van bus-hub ‘Haarlem Nieuw-Zuid’